De start in de competitie valt tot nu toe niet mee voor de mannen van het 1e elftal. Werd de eerste wedstrijd onnodig verloren, afgelopen zondag speelden ze tegen Juliana ’31 een kansloze match. Juliana ’31 kun je ook totaal niet vergelijken met Prinses Irene. Daar wordt flink met de geldbuidel gezwaaid en is, zoals afgelopen zondag, met ballenjongens en een flinke aantal stewards alles ingericht op een hoger niveau. Zondag komt FC Tilburg op bezoek en dat lijkt een tegenstander die meer past bij de ambities van Prinses Irene.
FC Tilburg bestaat nog maar een jaar en is een fusieclub ontstaan uit LONGA, NOAD en RKTVV. De club bivakkeert op Sportpark Spoordijk waar LONGA voorheen speelde. Vorig seizoen moest de ploeg knokken om lijfsbehoud, wat uiteindelijk via de nacompetitie lukte. In een tumultueuze wedstrijd werd na strafschoppen gewonnen van Madese Boys.
Vorige week won het elftal van coach Sofus de Rooij met 3-2 van Best Vooruit. In de eerste wedstrijd werd bij Nemelaer met dezelfde eindstand verloren. We kunnen de sterkte van FC Tilburg moeilijk inschatten, in het Brabants Dagblad zagen we een geweldig grote rij met nieuwe aanwinsten en een iets kleinere met vetrekkende spelers. Het waren er zo veel dat je daar wel een paar elftallen van kunt maken, dus dat zegt niets. We verwachten dat William van der Steen wel zijn informatie weet te verzamelen van de komende tegenstander.
Voor onze mannen geldt dat ze niet in paniek moeten raken nu de teller nog op 0 staat. In deze klasse zijn de verschillen klein, wat onder meer blijkt uit het gegeven dat er maar 1 ploeg is (Woezik) die na 2 wedstrijden het maximaal aantal punten heeft. Wat in de eerste 2 wedstrijden in deze klasse opviel is dat er, in tegenstelling wat je zou verwachten, ook juist op het fysieke vlak meer gevraagd wordt. Daar zal Prinses Irene nog wat moeten bijschakelen. Lukt dat, dan kan de ploeg gewoon meedraaien in de middenmoot zo is onze overtuiging. Wil dat bewaarheid worden dan zou het heel prettig zijn als er zondag 3 punten kunnen worden bijgeschreven.
R. Meijers